Aseksualiteit is een vrij onbekend iets. Veel mensen weten niet wat het is. Als ze al weten wat het is, begrijpen ze het niet. Hoe kun je geen behoefte hebben aan seks of je niet aangetrokken voelen tot anderen? Aantrekkingskracht en seksuele behoeftes zijn normaal en als je dat niet hebt, ben je raar.

Ook binnen aseksualiteit heb je verschillende ‘types’. De een kan bijvoorbeeld wel verliefd worden, maar heeft gewoon niets met seks. De ander heeft wel een seksuele drift maar voelt zich niet aangetrokken tot anderen. En je hebt er ook een aantal tussen die op geen enkele manier aantrekkingskracht voelen tot anderen of tot seksuele interactie.

Een aseksueel die zich wel aangetrokken voelt tot anderen, kan naast aseksueel net zo goed een seksuele voorkeur hebben voor een bepaald geslacht. Je hebt dus onder aseksuelen ook homo’s, lesbiennes, hetero’s en biseksuelen.

Aangeboren

Je seksuele geaardheid is eigenlijk nooit een keuze. Er zijn al meerdere onderzoeken geweest naar seksualiteit en meerdere malen is er aangetoond dat je seksualiteit in je hersenen is vastgesteld en dus niet tussen je oren zit. Je seksualiteit ontwikkelt zich al als je je nog in de baarmoeder bevindt. Hoe je daarna wordt opgevoed en door wie, maakt niet meer uit. Je seksualiteit staat vast en verandert in principe niet meer. Je kunt dus zien of iemand homoseksueel, heteroseksueel of biseksueel is.[1]



Maar is aseksualiteit ook te zien in de hersenen?

Daar is nog vrij weinig onderzoek naar gedaan, maar het vermoeden is groot dat net als de andere seksualiteiten ook aseksualiteit aangeboren is, omdat de signalen van aseksualiteit vaak al vanaf de geboorte merkbaar zijn.[2] Dat er zo weinig onderzoek naar wordt gedaan, komt vooral door de onbekendheid. Weinig mensen weten dat ze aseksueel zijn en komen er pas laat achter, net als Martin en Yvonne bijvoorbeeld. 



Wel weten we sinds een paar jaar dat de meerderheid van de seksualiteiten aangeboren zijn, maar ook dat sommigen ontwikkeld kunnen worden door bepaalde omstandigheden. De kans dat dit bij aseksualiteit ook zo is, is dus niet uitgesloten.[3] ‘In principe is iedereen wel een beetje aseksueel, want iedereen heeft wel eens geen zin in seks,’ aldus seksuoloog Margreeth van der Kolk.



Oorzaken die aseksualiteit kunnen ontwikkelen

Van der Kolk denkt namelijk dat het wel iets is wat ‘tussen de oren zit’. Zij komt vaak mensen tegen die moeite hebben met sociale interactie of geen goede band hebben met hun eigen lichaam en daarom denken dat ze aseksueel zijn. Aseksualiteit komt volgens haar vaker voor bij mensen die bijvoorbeeld last hebben van autisme of Asperger. Zij hebben over het algemeen al moeite met seks of überhaupt contact met anderen en schijnen daarom sneller een soort angst voor lichamelijk contact te ontwikkelen. Maar niet alleen mensen met een aandoening kunnen aseksueel zijn. Ook schijnen mensen die ooit zijn misbruikt sneller aseksualiteit te ontwikkelen. Dit komt natuurlijk door de slechte ervaring die zij hebben met seks en daardoor ontwikkel je een soort afgunst voor seksuele interactie.

​